Soms weet ik het niet. Weet ik niet wat te schrijven. Het blad blijft leeg en mijn gedachten proberen de leegte te vullen. Met vele tegelijk komen ze mijn hoofd binnen maar ik kan ze niet vangen en vormgeven tot een tekst.
Aan de overkant van de gracht huist de bakker. Ik neem graag de brug naar de Bakker. Het is een bolle brug, je moet er tegenop klimmen om er vervolgens vanaf te rollen. . Het water ligt diep onder de brug. Daar tussen een leegte.
In de trein naar Den Bosch steek ik de rivieren over. Als ik mij iets dieper in mijn stoel laat zakken zie ik alleen de rivier en valt de leegte tussen het water en de brug weg. Daar is de brug bij Bommel De oude burg is alleen nog maar een fragment. Het bouwwerk brokkelt af, wordt oud en verdwijnt in de leegte. ‘ Ik ging naar Bommel om de brug te zien.’
Bij de bakker koop ik een bruin brood met pitten en neem de brug terug over de gracht. Ik klim en laat me er af rollen. Het is een pad en een bouwwerk en daaronder leegte
En dan heb je ineens een aantal dagen vrij. Wat zal ik doen met de vrijheid. Ik kan mijn dag vullen met het maken van verhalen. Met het dromen over wat ik later wil, of morgen of een moment daarna. Voordat de vrije dagen beginnen moet er nog een tekst af. Als ik over het scherm van mijn computer kijk zie ik de lucht boven de huizen. De lucht is al heel vroeg donker geworden.
Ik draai mij om en kijk naar de brug die naar de bakker gaat. Er vaart een boot onderdoor met feestvierende mensen. Er is muziek drankjes en taart. De klanken van de muziek vullen de leegte.
Christine, mijn poëet
marlies