Mijn gezicht nog wat verkreukeld van het kussen. In de ooghoeken nog wat slaap. Met de badjas aan pak ik in de keuken een kop koffie en ga aan de grote tafel zitten. Hij heeft een briefje geschreven toen hij vanmorgen vroeg naar zijn werk ging. Op het kalenderblaadje van gisteren 7 maart. In de rechter boven hoek staat gefeliciteerd. Het regent, geen dag voor feest. De dag van gisteren heeft me moe gemaakt. De afspraak van vandaag maakt me onzeker. Ik zie op facebook een vrouw die strijd voor haar rechten en voor de rechten van haar vriendinnen. Ik hoor op de radio een man een seksistisch grapje over vrouwen maken. Ik denk aan gisteren waar ik niet gehoord werd. Ik maak een vuist van mijn hand maar vandaag voelt het niet strijdbaar. Ik ga douchen en trek een kort rokje aan met stevige schoenen. Het voelt niet lekker. Ik doe een broek aan en maak nog eens een vuist van mijn hand voor de spiegel. Vandaag lukt het niet. Misschien morgen en dan met ons allen.