Praatpaal

 

 

 

De praatpaal is van de snelweg gehaald 2017. Ze heeft hem een keer gebruikt 1979. Misschien was het alleen om iemand even te spreken, haar wanhoop te delen. Ze stond bij het tankstation te wachten voor de wc. Er waren nog drie vrouwen voor haar. Uit diepe gedachten opgeschrikt waren er ineens vier vrouwen voor haar in de rij. Het maakte haar niet uit.

Hij start de auto en rijd weg bij het tankstation. Omdat ze vaak stil is niet veel zegt heeft hij niet in de gaten dat zij nog in de rij bij de wc staat.

Als zij ziet dat hij weg is besluit ze langs de snelweg naar huis te lopen. Het moet niet ver meer zijn. De auto’s laten haar rok en haren opwaaien, er wordt getoeterd en automobilisten roepen haar woorden toe die vergaan in de wind die door de snelheid van de auto’s ontstaat. Je mag hier honderd kilometer per uur rijden. Ze voelt zich ongemakkelijk, probeert haar rok steeds weer recht te strijken en haar haren uit haar gezicht te vegen. Daar staat een praatpaal. Ze twijfelt, weet niet goed wat ze moet zeggen. Maar ze drukt toch op de knop. Ze zegt dat ze langs de snelweg staat zonder auto. Meer komt er niet uit haar mond. De man van de wegenwacht is aardig tegen haar. Hij zal een taxi voor haar regelen.

In de taxi spreken ze niet veel. De chauffeur glimlacht af en toe, ziet zij in de spiegel. Zij bedankt hem als hij haar thuis afzet en zegt dat ze binnen even geld zal pakken. Als ze de deur open doet roept haar man uit de kamer, wie is daar? Ze slaat de deur iets harder dicht dan gewoon.

 

twitter
Dit bericht is geplaatst in Minimale fragmenten. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *