de Wind

De stoelen en tafels van het terras waaiden voor mijn voeten naar de andere kant van de straat. Eerst was er een onbekend geluid en toen een wind waar ik ook moeilijk in kon blijven staan.
De bibliotheek is nog niet open en ik sta daar tegen een pilaar aan geleund. De wind raast en glijdt in de openingen tussen de winkels. De wind in de steeg naast de bibliotheek zingt een lied, en tussen de pilaren grommen de vlagen en slaan ze tegen de muren. De kerstversiering beweegt op en neer. De treinen rijden niet meer en de vliegtuigen blijven op de grond.
Ik open mijn laptop op een tafeltje aan de rand van de leeszaal en voel de wind door de ramen komen. Een raampje wat niet goed dicht kan, klappert. Ik vertel de verhalen aan de laptop en ineens is het stil, geen geklepper of gebrom van dit natuurgeweld. Mijn telefoon gaat. Een bedankje voor iets wat ik in de week voor de storm had gedaan. Maar niets over het geweld wat over ons heen was gekomen. Het was alweer vergeten of onopgemerkt in huis met een stofzuiger die de rammelende pannen onverstaanbaar hadden gemaakt. Nu is de wind gaan liggen, de zon is gaan schijnen. De mensen op straat zijn uitgelaten. De wind zit nog in de lichamen. Maar hij is gaan liggen en roert zich niet. Af en toe bewegen de luifels van de cafés nog een beetje heen en weer van een verlaatte zucht.
Ik ga de straat op en zie de pannen die in gruzelementen onder de huizen liggen en gescheurde luifels van cafés. Maar verder is er niets wat overblijft van dit geweld alleen een paar schreeuwende jongeren waarbij de wind nog in de longen zit.

twitter
Dit bericht is geplaatst in Minimale fragmenten. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *