Mijn route naar huis lijkt een lange reis. Ik loop het smalle straatje in wat er in de zon Frans uitziet. Er klinkt muziek. Helder. Het is het liedje van de NS-reclame. De klanken raken mij. De muziek vult de ruimte tussen de huizenrijen en de woorden vertaal ik. De zon maakt een schaduw van de bomen in het straatje. Als ik de hoek om ga doven de klanken en versta ik de woorden niet meer. Een gezoem overstemd de melodische klanken. Het is een stofzuiger. Ik luister hoe de stofzuiger langs de verwarming gaat. Dat maakt een ander geluid. Ik zie de vlokken stof zich uitrekken en nog even aan de verwarming vasthouden voor ze in de buis verdwijnen. Ik luister hoe de steentjes door de metalen buis gaan en er een punt van het gordijn in de zuiger verdwijnt en er weer wordt uitgetrokken. Als de stofzuiger stil wordt hoor ik het snoer erin verdwijnen. Even is het stil alleen een colablikje wat door de wind wordt mee genomen rolt rammelend over straat. Als ik verder loop passeert een man mij met een grote rugzak op. Er moet glas in zitten, het lopen op de ongelijke stenen van de straat doet de rugzak bewegen en ik hoor het rinkelen van glas tegen glas. Het ritme van het lopen maakt van het gerinkel een melodie. Ik beweeg mijn heupen iets op en neer. Om de hoek is de glasbak. Ik blijf even staan kijken als de man zijn rugzak opent en het glas in de bakken gooit. Met kracht gaan de potten de diepte in en vallen kapot op de berg glas van anderen. Een meeuw roept in de lucht en landt op een lantarenpaal. Hij blijft roepen. Ik herken mijn naam er in. Even beweeg ik mijn armen op en neer maar kom niet van de grond. Onopgemerkt sta ik voor mijn voordeur en zoek naar mijn sleutels. De deur klemt. Ik krijg hem bijna niet open. Zou de reis nog verder gaan.
-
Recente berichten
Nieuws update ontvangen
Ha Christine, mooi om zo een stukje met je mee te lopen, liefs, Nine