De regendruppels op mijn bril

 

Het station is op loopafstand. Ik voel het water op mijn haren vallen, het regent, ik omzeil een plas en kijk door de druppels op mijn bril. De wereld ziet er druilerig uit. Het gelaat van de man vervormd als er een druppel voor mijn oog zit. Ik zoek naar de ov kaart. De foto op de kaart beweegt als ik door de druppels kijk.
Ik neem het poortje met de gesloten hekjes. Het is een wonder dat ik met mijn kaart zo’n hekje van de NS kan openen.
Als ik op het perron kom is de zon gaan schijnen. De duiven zoeken naar de kruimels van het saucijzenbroodje, de patat en de boterham.
Er komt een trein met vaart het station in gereden. Ik doe een stap achteruit, de wind die de trein veroorzaakt laat mij even wankelen, het wachthokje trilt. Met piepende remmen mindert de trein vaart en staat stil. De deuren gaan open maar er stapt niemand uit. Er zit ook niemand in de trein. Op het bord op het perron staat niet instappen.
De trein vertrekt weer, zonder fluitje, voorzichtig en leeg. Ik maak mijn bril schoon en ga de roltrap op om een nieuwe reis te verzinnen.

twitter
Dit bericht is geplaatst in Minimale fragmenten. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *